Wat is de betekenis van brak (jachthond)?

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

brak (jachthond)

m. (–ken [Lat. fragrare, rieken] 1. Eig. jachthond met fijne reuk : snuffelen als een –. 2. Metf. bengel, deugniet, guit : een lelijke –.