Wat is de betekenis van Bouwmeestertje?

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bouwmeestertje

bouwmeestertje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bouwmeester

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bouwmeestertje

o. bouwmeestertjes ([witte] kwikstaart).

2025-07-28
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bouwmeestertje

Bouwmeestertje - Zie KWIKSTAART.

2025-07-28
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Bouwmeestertje

Zie Kwikstaart (Motacilla).