Bouwerij
v. (-en), 1. landbouw; het boerenbedrijf ; 2. boerderij, pachthoeve ; 3. het optrekken van gebouwen, het bouwbedrijf: hij gaat in de bouwerij ; — het werk aan een gebouw: de bouwerij schiet nog niet erg op.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-en), 1. landbouw; het boerenbedrijf ; 2. boerderij, pachthoeve ; 3. het optrekken van gebouwen, het bouwbedrijf: hij gaat in de bouwerij ; — het werk aan een gebouw: de bouwerij schiet nog niet erg op.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v. (-en), 1. landbouw; het boerenbedrijf; 2. boerderij, pachthoeve; 3. het optrekken van gebouwen, het bouwbedrijf: hij gaat in de bouwerij; het werk aan een gebouw: de bouwerij schiet nog niet erg op.
J.H. van Dale (1898)
BOUWERIJ, v. (-en), landbouw; het boerenbedrijf; — boerderij, pachthoeve; — het bouwen (inz. van huizen); hij gaat in de bouwerij, hij wordt bouwer.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: