blik, de - op oneindig
SP - de ogen gericht op een ver, niet zichtbaar punt, niets ziende van hetgeen in de omgeving is (meestal gezegd van een sporter die zeer wilskrachtig met een training of wedstrijd bezig is en zich niet door tegenslagen laat weerhouden om zijn doel te bereiken, meestal: winnen of het neerzetten van een persoonlijke prestatie; ook met de connotatie:...