blik (blijk)
bn. [msch. Mned. bliken, blijken, zichtbaar worden] open liggend in het kaartspel : de kaarten liggen -.
Jozef Verschueren (1930)
bn. [msch. Mned. bliken, blijken, zichtbaar worden] open liggend in het kaartspel : de kaarten liggen -.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: