Wat is de betekenis van Bitstuk?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bitstuk

o. (-ken), (zeew'., veroud.) loefhouder.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bitstuk

BITSTUK, o. (-ken), (zeew.) loefhouder: een stuk hout buiten tegen den voorsteven om het loefhoudend vermogen van een schip te versterken.

2025-07-25
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Bitstuk

z.n.o. - Zie loefhouder.

Gerelateerde zoekopdrachten