Bevreesd
bn. bw. (-er, -st, meest —) vrees hebbende : hij is bevreesd voor straf ; — bevreesd maken, vrees inboezemen.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st, meest —) vrees hebbende : hij is bevreesd voor straf ; — bevreesd maken, vrees inboezemen.
Wiktionary (2019)
bevreesd - Bijvoeglijk naamwoord 1. bang, angstig ♢ Hij was heel bevreesd voor de naderende winter.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
bevreesd - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-vreesd 1. wie angst voelt of zegt dat hij angst voelt ♢ wees niet bevreesd, het komt allemaal goed Bijvoeglijk naamwoord: be-vreesd ... is bevreesder dan ... ...
M. J. Koenen's (1937)
bn. (gevreesd hebbende; beducht; bang): bevreesd zijn voor; iemand bevreesd maken, vrees inboezemen.
Jozef Verschueren (1930)
bn. en bw. (-er, meest -) vrees hebbend: zijn, iemand maken voor iets. Syn. ➝ angstig.
J.H. van Dale (1898)
BEVREESD, bn. bw. (-er, -st), vrees hebbende hij is bevreesd voor straf; — bevreesd maken, vrees inboezemen. BEVREESDHEID, v. angst.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: