Wat is de betekenis van Acquitteren?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Acquitteren

(acquitteerde, heeft geacquitteerd), (<Fr.), kwijten, voor voldaan tekenen ; — zich acquitteren, zich kwijten.

2025-07-27
Klein hotelvademecum

Peter Joh .M. Zuidweg (2017)

Acquitteren

Voor voldaan tekenen.

2025-07-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Acquitteren

voor voldaan tekenen

2025-07-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Acquitteren

verrichten, tot stand brengen; quitantie geven,

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

acquitteren

geacquitteerd (Fr.) voor voldaan tekenen. (qu = k).

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

acquitteren

(akkit'te:rən) (acquitteerde, heeft geacquiteerd) [Fr. a < Lat. ad + quite] kwitantie geven, voor voldaan tekenen.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

acquitteren

acquitteren - acquitte'ren [Fr. acquitter] (acquitteerde, heeft geacquitteerd), kwijten, voor voldaan tekenen; zich —, zich kwijten.