aanklooien
(1968) (inf.) prutsen; knoeien, aanmodderen. Syn.: aanrotzooien*. • Jazzmusici kunnen aanklooien, niemand merkt het. (Vrij Nederland, 31/08/1968) • En zou het komen omdat Blokker, Hofland en Mulisch nu zelf ouder zijn ge-worden, dat ze zien dat het eigenlijk wat aanklooien is, wat rotzooien? (Harry Mulisch, Marita Mathijsen: De mythische...