Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Hoortoestel

betekenis & definitie

(o.), hulpmiddel dat geluiden versterkt voor een betere waarneming en dat bestaat uit een microfoon, versterker en telefoon;

aho afk. van achter-het-oor hoortoestel, syn. oorhanger, toestel dat zich achter het oor bevindt en waarbij d.m.v. een slangetje het versterkte geluid via een oorstukje in de oorschelp naar de uitwendige gehoorgang wordt geleid;

bi-CROS ~, afk. van bi- Contralaterale Routing Of Signals; toestel dat zowel met een ingebouwde microfoon als met een externe microfoon werkt en wordt gebruikt bij personen die ook aan het beste oor slechthorend zijn en om die reden al een hoortoestel dragen;

compressie ~, toestel dat zachte geluiden meer versterkt dan harde geluiden en wordt toegepast bij personen met een verminderd dynamisch bereik,

concha ~, toestel waarvan een gedeelte in de oorschelp geplaatst moet worden en wordt toegepast bij mensen met een kleine uitwendige gehoorgang;

CROS ~, afk. van Contralaterale Routing Of Signals. Het hoortoestel, dat achter het goede oor is geplaatst, wordt met een draadje verbonden met een losse microfoon, die over het slechte oor is geplaatst. Dit type hoortoestel wordt toegepast bij personen die aan één van beide oren zodanig slechthorend zijn dat een normaal hoortoestel niet zinvol is, terwijl het andere oor normaal of tenminste revalideerbaar is;

iho ~, afk. van in-het-oor-hoortoestel; dit type hoortoestel is er in drie uitvoeringen, n.l.: concha-hoortoestel, mini-iho, en het paratympane hoortoestel;

kanaal~, toestel dat zich geheel in de uitwendige gehoorgang bevindt;

kast~, toestel waarbij de microfoon in een kastje op de borst gedragen wordt Dit type hoortoestel wordt over het algemeen gebruikt bij ernstig slechthorende kinderen. Het voordeel van dit toestel is dat het in staat is grote versterking te leveren zonder al te veel vervorming;

mini-iho~, afk. van mini-in-het-oor-hoortoestel, toestel dat zich geheel in de uitwendige gehoorgang bevindt;

paratympane ~, toestel dat in zijn geheel in de uitwendige gehoorgang wordt geplaatst tot dicht bij het trommelvlies.