(v.), onvermogen om op verzoek een bepaalde bewuste handeling uit te voeren, die onbewust vloeiend verloopt; deze stoornis ontstaat t-g.v. een hersenbeschadiging zonder dat er sprake is van een parese of paralyse;
buccofadale ~ onvermogen om doelmatige willekeurige bewegingen uit te voeren met behulp van de spieren van het aangezicht, de mondholte, de tong en de keelholte;
constructieve ~ onvermogen om op verzoek iets te creëren;
ideatorische ~, vorm van apraxie waarbij het handelingsplan van de opeenvolgende bewegingen verloren is gegaan maar samengestelde bewegingen wel uitvoerbaar zijn;
kledings~, onvermogen om kledij op de juiste wijze aan of uit te trekken;
liepman~, vorm van apraxie waarbij de coördinatie van de bewegingen van de vier ledematen gestoord is;
orale ~ onvermogen om op verzoek bewuste mondbewegingen correct uit te voeren;
structurele ~ onvermogen om een eenvoudig figuur (na) te tekenen;
verbale ~ onvermogen om de spraakmusculatuur te programmeren voor de bewuste productie van fonemen, woorden en/of zinnen;
visueel-constructieve ~ onvermogen om constructieopdrachten uit te voeren;
volgorde ~ onvermogen om een handeling in de juiste volgorde uit te voeren, aprosodie: (v.), afwezigheid van zowel sensorische als motorische prosodie;
motorische ~ monotoon spreken en moeite hebben met het uitdrukken van verschillende intonatiepatronen;
sensorische ~ het hebben van moeite met het begrijpen van verschillende intonatiepatronen; → prosodie
aptyalisme
(o.), → xerostomie