Nederlands roman- en verhalenschrijver (*1938). De vroege werken van Siebelink staan onder de invloed van de Franse decadente auteurs van het fin de siècle; over hen zou hij later ook de bundel artikelen De reptielse geest (1981) schrijven.
Sadisme, dood, verval en onheil zijn begrippen die van toepassing zijn op de verhalenbundels Nachtschade (1975) en Weerloos (1978) en de roman Een lust voor het oog (1977). In alle drie komen macabere gebeurtenissen voor en vaak is er een licht fantastisch element. Tegelijk is er veel autobiografisch materiaal in verwerkt, zoals zijn gereformeerde afkomst en zijn beroep als leraar Frans.
Zijn latere werk is minder bizar, zoals De herfst zal schitterend zijn (1980), zijn eerste boek dat bij een groter publiek bekendheid kreeg. De roman bestaat grotendeels uit de gedachten van de hoofdpersoon die met zijn buren strijd voert tegen een fabriek in de omgeving. Daardoorheen lopen diverse andere verhaallagen: zijn huwelijk, zijn verhouding met een andere vrouw, gebeurtenissen uit het verleden. Het verhaal is niet rechtlijnig verteld; de lezer komt via allerlei scènes er geleidelijk achter wat er gaande is; ook wordt er gebruikgemaakt van cursief gedrukte passages en wisselt de verleden tijd af met de tegenwoordige.
Eenvoudiger is En joeg de vossen door het staande koren (1982; de titel is een Bijbelcitaat). De intrige betreft een kweekschoolleerling die wegens fraude van school wordt gestuurd en die zich daarna losmaakt van zijn milieu. Op de achtergrond speelt de politieke situatie van de vroege jaren zestig van de 20e eeuw een belangrijke rol: zoals Winfred Hana een nieuw leven tegemoet gaat, zo gaat Nederland de nieuwe periode in van de roerige jaren ’60.