De strijd tegen de Britse overheersing die tot de onafhankelijkheid van Kenya leidde.
De Mau-Mau was de voortzetting van een religieus en politiek genootschap van het Kikuju-volk, dat in 1924 was ontstaan en in 1940 door de Britten werd verboden. In 1944 werd een bredere organisatie opgericht, de Kenya African Union (KAU). Omdat de Britten geen concessies aan Kenya wilden doen, ontwikkelde zich omstreeks 1950 een ondergrondse beweging, die haar leden absolute gehoorzaamheid oplegde. Deze beweging werd om onduidelijke redenen Mau Mau genoemd. Wellicht heeft de naam te maken met de Mau-kloof.
Toen de Britten landbouwgrond van de inheemse bevolking afnamen en tweehonderd vooraanstaande KAU-leden arresteerden, brak een opstand uit. De opstandelingen pleegden vooral sabotageacties, waarbij ze het vee van de blanke kolonisten ombrachten. De opstand werd met name gedragen door het volk van de Kikuju's. Hun belangrijkste leider was Jomo Kenyatta. Het grootste deel van de strijd heeft hij niet actief meegemaakt, omdat hij tot dwangarbeid was veroordeeld. De opstand werd weliswaar door de Britten neergeslagen, maar vormde desondanks de aanleiding tot onderhandelingen over de onafhankelijkheid van Kenya. Vier jaar na de Mau-Mau-opstand werd het land zelfstandig.
De opstand is vaak als uiterst bloedig afgeschilderd. De werkelijkheid was enigszins anders. Volgens officiële cijfers kwamen er tot 1957 negenenvijftig Europeanen om het leven en 1920 Kenyanen die met de Britten samenwerkten; er werden 11 503 Kikuju's gedood.