Baskische afscheidingsbeweging in Spanje.
De leuze Euskadi Ta Askatasuna betekent `Baskenland en Vrijheid'. De ETA ontstond op 31 juli 1959. De organisatie streefde naar de heroprichting van de Baskische republiek Euskadi, die in 1936 korte tijd had bestaan. De onderdrukking van de Basken door de Spaanse dictator Francisco Franco vergrootte de aanhang van de ETA.
De illegale ETA bekritiseerde de eveneens illegale Baskische Nationale Partij als te gematigd en te burgerlijk in het verzet tegen de rechtse regering in Madrid. Behalve de onafhankelijkheid van Spaans-Baskenland, wilde de ETA ook aansluiting van Frans-Baskenland bij Euskadi, en een socialistische staatsvorm. De strijd voor onafhankelijkheid werd door de ETA in het kader van de marxistische wereldrevolutie geplaatst. Onenigheid over de te volgen koers - prioriteit voor de strijd voor een zelfstandig Baskenland, óf voor de strijd van de arbeidersbeweging - leidde in de jaren zestig tot het ontstaan van diverse Baskische splintergroeperingen.
De geweldloze strijd die de ETA aanvankelijk voerde, ging na het hardhandig neerslaan van een Baskische opstand door de Spaanse politie in december 1970 over in een terreurcampagne. In 1970 werden zes van de zestien ETA-leden die terechtstonden wegens terroristische activiteiten, ter dood veroordeeld. Na heftige binnen- en buitenlandse protesten werden de doodvonnissen omgezet in gevangenisstraffen.
Op 20 december 1973 schakelde de ETA door een bomaanslag de Spaanse premier Luis Carrero Blanco uit. Zijn dood was een gevoelige klap voor het Franco-regime. Na Franco's dood in 1975 kwam in Spanje een democratiseringsproces op gang. Baskenland kreeg in 1980 een deelregering. Deze vorm van autonomie ging de ETA echter niet ver genoeg. Naast de in het Spaanse parlement vertegenwoordigde politieke tak van de ETA (Herri Batasuna), bleef de illegale militaire tak van de ETA met (bom)aanslagen op het Spaanse leger en de Spaanse politie haar doelen nastreven. De sympathie van de Baskische bevolking voor de ETA werd in de jaren tachtig duidelijk minder. De gewelddadige campagne had namelijk negatieve gevolgen voor de economische ontwikkeling van Baskenland. Veel investeerders werden afgeschrikt, en het gebied profiteerde nauwelijks van de economische opbloei, die Spanje na de dood van Franco en het toetreden tot de Europese Gemeenschap (1986) doormaakte.
Dankzij nauwere samenwerking van Spaanse en Franse autoriteiten werden in de jaren negentig talrijke ETA-strijders opgepakt. In het verleden hadden ETA-leden na aanslagen in Spanje veelvuldig hun toevlucht in Frans-Baskenland gezocht.
In de loop van 1995 veroorzaakte het opereren van speciale doodseskaders tegen de ETA een politiek schandaal in Spanje. De Spaanse regering bleek actief betrokken te zijn geweest bij het zonder vorm van proces liquideren van ETA-leden door Spaanse militairen, die daarvoor vaak met hoge premies waren beloond. De leden van de Grupos Antiterroristas de Liberación (GAL) opereerden in het begin van de jaren tachtig. In de jacht op (vermeende) ETA-leden doodden zij minstens 26 personen. Dit schandaal werd bekend onder de naam GAL-affaire.