(geb. 1929) Duits dichter, essayist en vertaler. Hij studeerde letteren en filosofie, was lector bij een uitgeverij, verzorgde de uitgave van het tijdschrift 'Kursbuch'.
Daarna verbleef hij enige tijd in o.a. Cuba, de VS en de Sovjet-Unie. Hij schrijft politieke gedichten met een agressieve en provocerende ondertoon; hierin levert hij kritiek op conventionaliteit, zelfgenoegzaamheid en burgerlijkheid. In 1967 stelde hij het geld van de hem toegekende Cultuurprijs van de stad Neurenberg beschikbaar voor politieke doeleinden. Tot zijn bundels behoren Verteidigung der Wölfe 1957, Landessprache 1960, Blindenschrift 1964, Mausoleum 1975 (Mausoleum), Der Untergang der Titanic 1978 (De ondergang van de Titanic), Die Furie des Verschwindens 1980 en Der Menschenfreund 1984. Enkele van zijn polemische essays zijn: Deutschland, Deutschland unter anderem 1967 (Duitsland, Duitsland onder andere), Der kurze Sommer der Anarchie 1982 (De korte zomer van de anarchie), Gespräche mit Marx und Engels 1973 en Politische Brosamen 1982.