weefselversterf, afsterven van organen, delen van organen en weefsels. Eenvoudige n. kan gepaard gaan met behoud van het normale uiterlijk en de vastheid van het afgestorven weefsel.
N. met stolling leidt tot vernietiging van de afgestorven delen, n. met uitdroging tot de zgn. droge gangreen of mummificatie, n. met verweking en rotting leidt tot vochtige gangreen.