Gepubliceerd op 18-08-2020

Vlag

betekenis & definitie

1. De vlag dekt de lading iets, wat verkeerd of slecht is, onder een mooien naam voor iets goeds laten doorgaan, zooals in oorlogstijd een schip met verboden lading (oorlogsbehoeften) door de vlag van een neutrale mogendheid gedekt (beschermd, toegelaten) wordt.

2. De vlag strijken voor iemand: zijn meerderheid erkennen; door hem overwonnen worden. Letterlijk strijkt op zee een oorlogsschip voor het Admiraalschip van een voornamer staat de vlag ten teeken van eerbied (denk aan Tromp en Blake!); eveneens geschiedt dit als teeken, dat het schip zich aan den vijand overgeeft.
3. Met vlag en wimpel slagen (voor een examen, enz.): met alle eer met glans. Letterlijk: den zeeslag winnen zonder aan vlag of wimpel eenige schade te hebben geleden.