Gepubliceerd op 18-08-2020

Botvieren

betekenis & definitie

zijn driften, hartstochten, enz. den vrijen loop laten. In ’t zeewezen spreekt men van: een touw botvieren, d. w. z. het touw laten schieten, zijn vrijen gang laten gaan.

Dit bot bet. einde; vergel. ’t Fransche bout; ook is bot knop; denk aan uitbotten, daar de knop aan ’t uiteinde zit. En vieren is ’t Fransche virer — draaien nl. ’t katrol; de touwen vieren is dus: de touwen afwinden, niet tegenhouden; zoo ook den teugel vieren.

< >