Gepubliceerd op 18-08-2020

Adderengebroedsel

betekenis & definitie

Jezus zegt tot de schijnvrome Farizeën: „Gij adderengebroedsels, hoe kunt gij goede dingen spreken, daar gij boos zijt?” (Matth. 12:34) °f; «Gij slangen, gij adderengebroedsels, hoe zoudt gij de helsche verdoemenis ontvlieden?” (Matth. 23:23). Zoo kreeg het woord de beteekenis van: boosaardig volk, schuim der maatschappij.