1. i, m. eig., navel.
2. i, m. meton., het midden, middelpunt, Siciliae, Cic.; het (uit het midden der rol voor de dag komend) eind van het stokje, waarom de Romeinen hun boeken rolden, vand. fig., ad umbilicum adducere, ten einde brengen, Hor.; een soort van zeeslak.