duxi, ductum (3);
I. a. eig., onder iets wegtrekken, onttrekken, ont-, wegnemen, ensem capiti, Verg., lapides ex turri, Caes., cibum athletae, Cic.; overdr., se subducere colles incipiunt, zich langzamerhand terug te trekken, Verg., fons nascitur simulque subducitur (verliest zich), Plin. ep. | in ’t bijz., wegtrekken, -brengen, -voeren, cohortes e dextro cornu, Liv., copias in proximum collem, Caes., alqm in contionem, Liv., vela, inhalen, reven, Auct. bell. Alex.; heimelijk verwijderen, - wegbrengen, onttrekken, -futselen, furto obsides, Liv., viatica, Hor., en se subducere = zich heimelijk verwijderen, wegsluipen, zich uit de voeten maken, b.v. hinc se, Pl., se de circulo, Cic., clam se ab custodibus, Nep., en alleen clam se, Auct. bell. Air.
b. overdr., subd. rationem of ratiunculam, de rekening opmaken, optellen, berekenen, overwegen, Cic., zo ook calculos, Cic., summam, Cic., vand. subductā ratione, met overleg, Ter., Cic.
II. in de hoogte trekken, tunicas, Ov., cataractam in tantum altitudinis, Liv. | in 't bijz., aan land trekken, navem, Caes., classem, Liv.
