Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 20-02-2022

Quĭrīnus

betekenis & definitie

i, n. de Lanszwaaier, Krijgshaftige, als naam: van Romulus na zijn apotheose; van Ianus; van Augustus; van Antonius.

Daarv. Quĭrīnus, Quirijns, Romulisch, collis, de Quirinalis, Ov., Quirina (tribus), een Romeinse tribus, Cic. | Quĭrīnālis, e, tot Quirinus (Romulus) behorende = aan hem gewijd, Quirinaals; subst., Quĭrīnālĭa, ĭum, n. het 17 Febr. ter ere van Romulus gevierde feest, de Quirinaliën.

< >