pinxi, pictum (3);
1. eig., schilderen, tabula picta, schilderij, Cic.; pass., m. nom. c. inf., Ov. | in ’t bijz., borduren, m. en z. acu, Ov., Cic.; vand. toga picta, geborduurd opperkleed van een veldheer bij de triomf, Sall., Liv.
2. overdr., beschilderen, bestrijken, frontem moris, Verg.; tooien, versieren, bibliothecam, Cic.; kunstig groeperen, levendig schilderen, verba, Cic., Britanniam pingam coloribus tuis penicillo meo, Cic.