censŭi (2), berekenen, begroten, optellen, naar de rij af opnoemen, promerita numerando, Cic., cladem acceptam, Liv., gentes, Liv. | monsteren, bezichtigen, captivos, Liv.; overdr., toelichten, critiseren, orationes legatorum, Liv. | doortrekken, -reizen, Thessaliam, Liv.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
