ĭi, m. Pannoniër, plur.
Pannŏnĭi, ōrum, m. de Pannoniërs, de bewoners van Pannonia, bekwame ruiters. Daarv. Pannŏnĭa, ae, f. een landstreek tussen Dacia, Noricum en Illyrië, verdeeld in Pann. inferior en superior; Pannŏnĭcus, Pannonisch.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: