Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Ŏdōror

betekenis & definitie

dep. (1);

1. eig., ruiken: beruiken.
2. overdr., uitvorsen, navorsen, alqd, Cic., alqd ex alqo, Cic., quid futurum sit Cic.; = (in iets) zin hebben, decemviratum, Cic.; iets besnuffelen = slechts een oppervlakkige kennis van iets op doen, philosophiam, Tac.

< >