tendi, tentum (3);
1. voor iets spannen, - trekken, - doen, - houden; poët., obtentā nocte, onder de sluier van de nacht, Verg.; mediaal, obtendi Germaniae, van plaatsen = zich vóór G. uitstrekken, Tac. | overdr., curis luxum obtendebat, hij liet de regeringszorgen voor de zwelgerij op de achtergrond treden, Tac.; in ’t bijz., voorwenden, voorgeven, preces matris, Tac.
2. in-, omhullen, diem nube, Tac.; fig., quasi velis quibusdam obtendi, als met een sluier omhuld zijn, Cic.