Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 20-02-2022

Leucădĭa

betekenis & definitie

ae, f. en Leucăs, cădis, acc. cădem en căda, f. eiland in de Ionische Zee, dicht bij Acarnanië, tegenw. S.

Maura, de hoofdstad heette eveneens Leucăs, cădis, f., tegenw. Leucada.Daarv. Leucădĭus, Leucadisch, more Leucadio, op Leucadische wijze (de Leucadiërs plachten jaarlijks iemand van een berg in zee te werpen, doch zo dat hij er niet bij omkwam), Ov. | subst., Leucădĭa, ae, f., een toneelspel van Turpilius; Leucădĭi, ōrum, m., de bew. van Leucadië, Leucadiërs.

< >