spexi, spectum (3);
1. in of op iets kijken, - zien, in speculum, Ter., speculum, Phaedr.; in ’t bijz., inzien = lezen.
2. bezien, bezichtigen, in ogenschouw nemen, beschouwen, vand. ook = inspecteren, monsteren, de revue laten passeren; overdr., beschouwen.