Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Ĭnĭtĭum

betekenis & definitie

ĭi, n.

1. in ’t alg., aanvang, begin, ab initio, van het begin af aan (slechts van tijd), Cic., initio, in het begin, aanvankelijk, Cic.
2. in ’t bijz., gewl. plur., eerste beginselen (van een wetenschap); grondstoffen, elementen; oorsprong, afkomst; regeringsaanvang; beginsel, uitgangspunt; de auspiciën, waarmee alles begonnen werd; geheime godsdienst, mysteriën, inz. van Ceres, Bacchus, meton. ook = de voorwerpen, daarbij gebruikt.

< >