Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Iacto

betekenis & definitie

(1), herhaaldelijk of haastig werpen;

I. in ’t alg.
a. eig., werpen, slingeren. | in ’t bijz., (van vulkanen) uitwerpen; (wapens enz.) af-, wegwerpen; (reuk enz.) verspreiden, uitstralen.
b. overdr., (mondeling) uitstoten, slingeren, zich laten ontvallen, minas, Cic., preces, verspillen, Ov., probra in alqm, Liv.

II. praegn.

a. eig., heen en weer bewegen, schudden, zwaaien, slingeren, cerviculam, Cic., brachium, Caes., iactata flamine navis, Ov., iactari tempestate, Cic., iactantur crines per terga, fladderen, Ov. | in ’t bijz., gesticulerend heen en weer bewegen, manus, Prop., Ov., se (van de redenaar), Cic.
b. overdr., heen en weer bewegen, curas pectore, koesteren, Verg., iactabatur nummus, de koers van het goud ging op en neer, Cic., opiniones se iactantes, elkaar doorkruisend, tegen elkaar indruisend, Cic.; (van personen) refl. iactare se of mediaal iactari = zich druk bezighouden met, se in causis, Cic., forensi labore iactari, Cic. | in ’t bijz., plagen, verontrusten; herhaaldelijk ter sprake brengen, van alle kanten bespreken, rem in contione, Cic., rem sermonibus, Liv., alqm beatum, luid prijzen als enz., Hor., fabula iactaris in urbe, bent het praatje van de stad, Ov.; altijd in de mond hebben, (op iets) pochen, - zich beroemen, gratiam urbanam, Caes., m. acc. c. inf., Ov., Curt.; refl. iactare se, zich beroemen -, pochen -, bogen (op iets), absol., Cic., se in bonis Roscii, Cic., tribuniciis se actionibus, Liv., se alci (tegenover iemd), Ov., se formosum, Phaedr., (van gedrag) refl. se iactare, en mediaal iactari, zich zo of zo gedragen, Cic.