dep. (1);
1. intr., naar buiten -, ter zijde -, rondzwerven, -dolen; (als militaire term) een zwenking maken. | overdr., zich wijd en zijd verspreiden, om zich grijpen; in ’t bijz., afdwalen (in de rede).
2. trans., overschrijden, te buiten gaan, ordinem rectum, Hor.