Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Disco

betekenis & definitie

dĭdĭci (3), leren, leren kennen, ervaren, vernemen, fidibus, op een snareninstrument leren spelen, Cic.; praegn., didicit, hij heeft (in de redekunst) gestudeerd, Cic. | in ’t bijz., discere causam, zich over de zaak laten inlichten (van rechtsgeleerden, advocaten), Cic., Quint.

< >