I. dēversor, dep. (1), ergens zijn intrek nemen, zich ophouden, logeren.
II. dēversŏr, ōris, m. gast (in een herberg).
Gepubliceerd op 14-02-2022
betekenis & definitie
I. dēversor, dep. (1), ergens zijn intrek nemen, zich ophouden, logeren.
II. dēversŏr, ōris, m. gast (in een herberg).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: