Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 16-11-2021

consors

betekenis & definitie

sortis, een gelijk lot (aandeel) deelachtig,

1. in ruimere zin, (van personen) aan iets een gelijk aandeel hebbend, deelgenoot; poët., (van zaken) gemeenschappelijk, tecta, Verg.
2. in engere zin aan een vermogen (kapitaal) gelijkelijk aandeel hebbend, vand. = een ongedeeld erfgoed gemeenschappelijk bezittend, in gemeenschap van goederen levend, tres fratres consortes, Cic., frater consors censoris, met enz., Liv.; vand. poët = broeder, zuster, en als adi. = broederlijk, zusterlijk. | = een gelijk aandeel hebbend in het bedrijfskapitaal.

< >