Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Conflŭo

betekenis & definitie

fluxi (3), (van rivieren enz.) samenvloeien, absol., of met inunum, Cic., part. subst., confluens, entis, of confluentes, ĭum, m. de plaats, waar twee rivieren samenkomen, samenvloeiing, Caes., Liv. | overdr., bijeenstromen, toestromen, in groot getal samen- of bijeenkomen, ad haec studia, zich toeleggen op (van velen), Cic., ook van abstracta, confluit ad ipsos laus, honos, dignitas, Cic.

< >