Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Commūnis

betekenis & definitie

I. a. adi. aan velen of allen gemeen, gemeenschappelijk, algemeen, gebruikelijk, gewoon, homo vitae communis ignarus, iemd die zijn wereld niet kent, Cic., loca communia, openbare plaatsen, Cic., daarentegen loci communes, gemeenplaatsen in de philosophie, Cic.

b. subst. commūne, is, n. gemeengoed, gemeenschappelijk vermogen; gemenebest, staat; verenigde macht, gentis Pelasgae, Ov.; in commune, adv. = voor allen, tot gemeenschappelijk gebruik, in commune vocare honores, gelijkelijk aan patriciërs en plebejers toedelen, Liv., verder = in ‘t algemeen, Quint., Tac., en = eerlijk delen! Sen., Phaedr. | plur., het openbare leven; de gemeenschappelijke verdienste.

II. overdr., (van personen) gemeenzaam, minzaam.