I. (adsĕro), sēvi, sĭtum (3), daarbij zaaien, - planten, - poten.
II. (adsĕro), sĕrŭi, sertum (3),
1. eig., aan zich verbinden, tot zich nemen, (als rechtsterm) = (een slaaf) door aanraking en oplegging der hand vrij verklaren, alqm in libertatem en dgl., Liv., en alleen alqm, b.v. alqm tamquam suum filium, Quint., me asserui, ik heb mij vrijgemaakt, Ov. | door oplegging der hand iemd voor (zijn) slaaf verklaren, zijn aanspraak doen gelden op iemd, alqm in servitutem, Liv., Suet.
2. overdr., iemd (of iets) van iemd (of iets) bevrijden, tegen iemd in bescherming nemen, voor iemd vrijwaren. | iets iemd (of zich zelf) toewijzen, - toeëigenen, zich iets aanmatigen, se studiis, zich wijden aan, Plin. ep., alqm caelo, van hemelse oorsprong verklaren, Ov.; verzekeren, beweren.