1. ūs, m. act., het ergens heen zien, de blik; in ’t bijz., het uitzicht, soms ook = gezichtskring. | meton., gezichtsvermogen, zintuig van het gezicht, gezicht.
2. ūs, m. pass., verschijning, voorkomen, uiterlijk, aanblik.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: