Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Allĕvo

betekenis & definitie

1. (1), omhoog-, opheffen, oprichten. | overdr., verlichten; (lichaam of geest) oprichten, -beuren, in het pass. = (van het lichaam) herstellen, op zijn verhaal komen, (van de geest) vrolijk worden, zijn opgeruimdheid terugkrijgen; verzachten; ondersteunen.

2. allēvo, āre, effen, glad maken.

< >