INDISCHE KUNST: INDISCHE SCHILDERKUNST: RAJPUTANA- EN MOGOLSCHILDERKUNST
Na de stagnatie in de sacrale schilderkunst van de zevende eeuw leefde de Indische schilderkunst pas weer op tijdens de door Babar in 1526 gegrondveste Mogolheerschappij en toen de feodale Rajputheersers machtig werden. De miniaturenschilderkunst aan het Islamitische Mogolhof zette Perzische en Turkse
tradities voort. De Rajputschilderkunst daarentegen is zuiver Indisch en behandelt nationale en volkse Indische mythen en legenden. Ze bloeide in de zestiende eeuw in de noordwestelijke helft van India, het tegenwoordige Pakistan, in Rajputana of
Radsjastan, met Bundelkand en Pahari, in het gebied van het vijfstromenland (Pandsjaab) aan de zuidelijke voet van de Himalayaketen en in Garhwal. Ze onderscheidt zich van de oudere sacrale tempelschilderkunst door haar meer volkse instelling, die ook in de literatuur doorwerkte in de voorkeur voor het Prakriet
(het volksdialect) in plaats van het Sanskriet.
De legenden over Krisjna, de mensgeworden Visnu, waren een geliefd thema van deze schilderkunst. De avonturen van deze herdersgod gaven de schilders de kans, de liefde in alle fasen uit te beelden alsook de vreugden van het herdersleven. De met de herders huiswaarts kerende herdersgod was het thema bij uitstek van de Paharischolen, die in Kangra en Dsjammu hun zetels hadden. Dikwijls werd Krisjna met zijn gemalin Radha uitgebeeld, hetzij in huiselijk geluk of onder een gemeenschappelijke bedekking bescherming zoekend tegen de regen, hetzij grappen uithalend.
Even populair is Krisjna’s uitbeelding als fluitspeler, omgeven door vrouwen, de melkmeisjes, en runderen. De ’Krisjna-Lila’, het ’Krisjna-spel’ is echter geen uitbeelding van een reëel verhaal, maar spiegelbeeld van geestelijke gebeurtenissen, van het spel tussen ziel en god (Shiva en Isjvara). Zetel van dit spel is het menselijke hart van Bhakta, de vrome. Tot het repertoire behoren ook de vertellingen van Shiva, bijvoorbeeld hoe hij met zijn gezin (de tot zijn menselijke echtgenote geworden Shakti Parvati en zijn kinderen Ganesha en Karttikeya) plus de stier Nandi, idyllisch voor een Yogivuur is gezeten, picniccend. Hij komt dan in zulk
een goede stemming, dat hij het in zijn haar vastgehouden water van de Ganges eindelijk op de aarde laat vallen - een rococoversie van een kosmisch gebeuren.
door Prof. Dr. E. Diez.