(B.I.) m vriend; ~ kras, intieme, dikke vriend.
sobranje,
v. het huis van afgevaardigden in Bulgartje.
sobrietas,
v. matigheid; onthouding van sterke drank.
sobrieteit,
v. matigheid, zuinigheid; sober-, nuchterheid.
sobriquet, (Fr.) m. bijnaam, spot-, scheidnaam.