v. werven (1 grond of plaats, onbebouwd om een huis; 2 werkplaats, waar schepen gebouwd, hersteld enz. worden; 3 op Marken: vluchtheuvel bij hoge vloed):
1 de werf om het boerenhuis; de hond liep op de werf;
2 een schip van de werf laten lopen;
3 de buurt Monnikenwerf op Marken.