v. verrassingen (het verrassen: 1 surprise, inz. iets aangenaams; 2 overrompeling, bedekte of onverhoedse aanval):
1. tot mijn grote verrassing; iem. een verrassing bereiden; een verrassing met St.-Nicolaas; een onaangename verrassing;
2. de verrassing van Breda (1590).