strekte uit, h. (z.) uitgestrekt (1 voor zich uitstrekken; 2 refl. over een oppervlakte zich uitbreiden):
1. de armen uitstrekken;
2. het sneeuwgebied strekt zich uit tot, reikt tot; zich op de grond uitstrekken, in volle lengte.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
strekte uit, h. (z.) uitgestrekt (1 voor zich uitstrekken; 2 refl. over een oppervlakte zich uitbreiden):
1. de armen uitstrekken;
2. het sneeuwgebied strekt zich uit tot, reikt tot; zich op de grond uitstrekken, in volle lengte.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: