spoelde uit, h. uitgespoeld (1 door spoelen reinigen; 2 spoelend uithollen):
1. flessen uitspoelen; de mond uitspoelen; het wasgoed uitspoelen, van het zeepsop ontdoen door spoelen;
2. de getijstroom spoelde de oevers uit.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
spoelde uit, h. uitgespoeld (1 door spoelen reinigen; 2 spoelend uithollen):
1. flessen uitspoelen; de mond uitspoelen; het wasgoed uitspoelen, van het zeepsop ontdoen door spoelen;
2. de getijstroom spoelde de oevers uit.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: