Gepubliceerd op 11-11-2021

trommel

betekenis & definitie

v. -s, -en, trommeltje; (v. trom): 1. trom: de trommel slaan;

2. tromvormig voorwerp voor verschillende doeleinden: losse omgevende kast, cilinder in een horloge enz.: de trommel van een klokkenspel, een horloge;
3. blikken doos: een broodtrommel; een leestrommel, O.-I. tot verzending van tijdschriften; 4. ontleedk. holte door het gehoorvlies bedekt, in het oor: zie trommelvlies;
5. Z.-N. spott. buik: zijn trommel vullen; zie ook fluit.

< >