v. taptoes (1 avondsignaal, dat de soldaten naar de kazerne of het nachtkwartier riep, meestal om 9 uur, d. i. [doe de] tap toe; 2 zij, die de taptoe slaan of blazen: hoornblazers met trommelslagers):
1. de taptoe blazen;
2. de taptoe trok door de straten.