Gepubliceerd op 11-11-2021

streep

betekenis & definitie

v. strepen (1 haal; lange, smalle lijn; 2 oude maat: 1 mm; 3 Z.-Afrik. lijn, kolonne);

1. zegsw. een streep halen door, te-niet-doen; een (of: streek) door de rekening, de rekening is niet deugdelijk bevonden, fig. een grote, onverwachte teleurstelling; er loopt bij hem een streep (of: streek) door, er hapert iets aan zijn verstand; een streepje aanhebben, aangeschoten zijn; een streepje vóór hebben, iets voor hebben boven een ander, inz. meer in de gunst staan;
2. Z.-N. een streep bier, een halve pint;
3. zegsw. in streepjes marcheren (of: op een streep marcheren); nog: een mooi streepje, gestreepte stof; het regent maar in één streep, aanhoudend.

< >