Gepubliceerd op 11-11-2021

stander

betekenis & definitie

m. -s, standertje; dikwijls verwisseld en samengevallen met standaard, standerd of stande:

1. opstaande balk of pilaar, die tot ondersteuning dient, stutpaal: twee standers onder een balk zetten;
2. houten of metalen spil: molenas, de as van het spil van een schip: de stander van een molen, een drukpers; in dit gangspil is de stander van ijzer; verg. kaapstander;
3. zekere opstaande touwen op een schip: de standers der waslijnen;
4. standaard (in bet.6), staande kapstok met paraplubak enz.: een stander van bamboe;
5. ton, vat of kuip; zie stande: een stander om vlees in te zouten;
6. vaandel(stok); zie staander (bet.1,5): veelkleurige banieren wapperden aan de standers.

< >